Woensdag. 15 april TIEN KERKEN en TWEE MUSEA

Ik geloof dat mijn vorige reisverhaal nu per ongeluk voor de tweede keer is verstuurd. Foutje dus. Zou met de wijn te maken kunnen hebben. Heb daarnet op advies van Aldo en Emmanuelle erg lekker gegeten (en gedronken) in El Primo dei Pigneto in erg leuk ontoeristisch deel van Rome.

Gisterochtend rond 11 uur stond ik op bij de St Pieter. Paar foto's gemaakt en laten maken en snel weer vertrokken. Wat een drukte en wat een lange rij. Veertig jaar geleden waren Frans en ik ook al eens eerder in Rome, met mijn eerste auto, de rode eend. Volgens mij was het toen minder druk. Ik had deze keer dan ook geen behoefte aan Vaticaanstad.

Daarna rondgekeken op Stazione Termini, want daar komt Frans morgen om half 10 aan, en toen het hotel opgezocht. Ik heb een klein eenpersoonskamertje zonder uitzicht. Prima. Ik heb, net als de nacht daarvoor, heerlijk geslapen. Was toch wel moe blijkbaar. 

Ik heb de laatste 1 1/2 dag slechts een paar kleine stukjes gefietst en daarna veel gewandeld. De mooiste of interressantste van de 10 kerken die ik heb gezien, waren voor mij de San Clemente (opgravIngen tot 2 lagen diep), de Santa Maria del Popolo (2 schilderijen van Caravaggio), het Pantheon (gebouwd als een enorm grote ronde Romeinse tempel) en de San Ignatio de Loyola (met praalgraf en dat terwijl ik vorig jaar nog met Annemarie in zijn geboortedorp in Baskenland was).

Verder natuurlijk even langs alle bekende plekken: het Colosseum, het Forum Romanum, het Circus Maximus, de Spaanse Trappen (met de Feijenoordfontein die weer gerepareerd is, denk ik), de Trevifontein (die gerepareerd wordt, dus er was niet veel te zien), het Piazza Navona en Trastevere.

En naar een verrassend mooi museum waar ik nog nooit van had gehoord: de Galleria Doria Pamphilj. Het is prachtig herenhuis met binnenplaats en een enorme schilderijencollectie waaronder weer 2 Caravaggio's, veel Breughels en andere Noordnederlandse schilders. Een aanrader voor iedereen die binnenkort naar Rome gaat. Het Capitoolmuseum viel me tegen. Een enorm doolhof.

Nog een nachtje slapen. Dan zie ik Frans en kan ik voluit Nederlands praten. En start de terugreis. Frans heeft babyzalf bij zich tegen mijn zadelpijn. Ik zie ernaar uit!